top of page

Black Privilege

Bijgewerkt op: 3 mei 2022


"Charlotte?"


Het is vrijdagavond en ik bestel een pakje friet. De vrouw achter de kassa herhaalt haar vraag. Ze kijkt me aan alsof we elkaar kennen. But last time I checked was mijn naam Christelle. Misschien is ze bevriend met mijn oudere zus of verwart ze mij met haar?

Dat gebeurt wel vaker. Maar het gezicht van de vrouw zegt me helemaal niks. Bovendien eindigt de naam van mijn zus in de verste verte niet op "Lotte". Ik moet de vrouw teleurstellen.

"Ken je Charlotte?" vraagt ze vervolgens met enige aandrang. Ik kijk reikhalzend uit naar mijn frietjes. Het antwoord is neen. "Allez. Charlotte! Ook een (wijst druk gesticulerend naar mijn gezicht), ken je die niet?" reageert ze verbaasd. Als product van de sociale geplogenheden graaf ik in mijn geheugen maar de enige Charlotte die ik ken is wit.

"Uh, echt niet" antwoord ik. Terwijl ze mijn frietjes overhandigt toont ze een foto van Charlotte op haar gsm. Ik vertoon opnieuw gepast sociaal gedrag en ik bekijk het beter. Misschien kén ik wel een Charlotte. Ik begin aan mezelf te twijfelen. Ze wacht duidelijk op een blijk van (h)erkenning. Maar ik schud vastberaden mijn hoofd.


Is er een urban legend dat personen die er hetzelfde uitzien met elkaar optrekken? Of dat we allemaal Beyoncé fantastisch vinden en de film Malcolm X vanbuiten kennen? Ik begrijp dat de kans groter is. Maar het is geen garantie. In het studentenhuis waar ik op kot zat waren er welgeteld twee personen van kleur. Gedurende vier jaar heb ik met hen drie woorden mee uitgewisseld. De buitenlandse studenten niet meegerekend. We hadden niks met elkaar gemeen en niks bij elkaar te zoeken. Hetzelfde geldt voor de Engelssprekende vrouw die in het gemeentehuis toevallig voor mij in de rij staat. Nee, ik spreek geen Engels en ik heb niks te maken met het Zuid- Afrika dat je ooit bezocht hebt.


"La tâche noire"


Een tijdje geleden was ik op een familiebijeenkomst van mijn vriend. Samen met een andere vrouw waren we de enige personen van kleur. Être la seule tâche (noire) is een uitdrukking die mijn zus en ik vaak gebruiken in zo'n situaties. Het verschil tussen die vrouw en mij kon niet groter zijn qua leeftijd, kapsel, kledij, taal en afkomst. Bovendien was ze 50 tinten lichter dan ik. Ik werd die dag in het Engels aangesproken en ik voelde dat sommigen dachten dat ik haar was. Het was precies alsof er een zwarte vlek was die hun zicht belemmerde. Zijn we lookalikes? (for real?)


Ik hoef jouw scheve blik niet als een andere persoon van kleur zijn ticket niet heeft betaald. Je hoeft me niet te weigeren voor een studentenjob omdat er al een andere zwarte persoon bij jou werkt. Ik hoef de verzuchtingen niet aan te horen dat het toch altijd hetzelfde is met die **. Maar te horen krijgen dat ik een 'goeie' ben. Wat een voorrecht.

Ik zou liegen dat ik het gewoon ben. De ene dag weegt zwaarder dan de andere.

Het is komisch maar het is soms om bij te huilen. Een tragikomedie waarbij het hoofdpersonage uit alle macht gezien wilt worden maar soms ook niet.

Bij tragikomedie ligt absurditeit nooit veraf. Ik heb mij een fikse wandeling naar de bank bespaard toen ik hoogzwanger was omdat ik instinctief wist dat een tonton en aanverwanten me zou helpen. De zwarte tienerjongen die doodleuk naast mij in de auto zat nadat hij op mijn raam tikte op een avond was merkwaardig. Ik ga er niet flauw over doen dat het allemaal dankzij dit (cirkelvormig gebaar rond mijn gezicht) komt.

En aja, de brotha die mij vraagt om kennis te maken onder het mom dat hij niemand kent is ook een klassieker. Staat er op mijn voorhoofd dat ik vriendschap sluit met iemand die mijn nummer vraagt op de trein, aan de bushalte of in de supermarkt? Daar pas ik vriendelijk voor. (Brotha, please)


"Say it loud"

Ik maak ongewild deel uit van een 'clubje' louter op basis van mijn huidskleur.

Die sense of belonging voel ik wanneer ik op een Royal African Ball ben. Of wanneer een tonton mij begroet met een hoofdknik op straat. In mijn hoofd klinkt James Brown's anthem: "I'm black and I'm proud". Ik voel me dan deel van één grote familie. Maar zoals in een familie heeft ieder zijn eigenheid, persoonlijkheid en temperament.

Je kunt me niet reduceren tot de groep van unanieme wezens. "Maar ze zijn het niet gewoon om iemand 'anders' te zien". "Het is niet zo bedoeld" hoor ik dan. Ik wijt het aan onwetendheid dans toute sa splendeur. Dus eventjes recapituleren voor de verstrooide lezer: we komen niet uit hetzelfde dorp, stad of 'land' genaamd Aa-frik-aa. Ik ben Charlotte niet en ken geen Charlotte die (cirkelvormig gebaar rond mijn gezicht) is.



Comentarios


bottom of page