Les tontons & les tantines
"Is dat dan de zus van uw papa?", "Is dat dan echte familie?". "Neen, ze zijn geen bloedverwanten." Hoe dit uitleggen aan iemand wiens referentiekader bestaat uit 'oom is gelijk aan de broer van'? Het kan verschillende gestaltes aannemen.
Gaande van een studiegenoot van mijn papa, iemand die uit dezelfde geboortestreek afkomstig is, een vriendin des huizes tot een verwante aan moederskant. Maar soms is de band minder persoonlijk. Een voorbijganger op straat, iemand die een rit naar huis nodig heeft na een familiefeest of een sporadische bezoeker. De aanspreektitel blijft hetzelfde: tonton, tantine. Ze geven ongevraagd hun mening over jouw liefdesleven. Ze doen ongefundeerde uitspraken over het leven in Europa. Ze kunnen jou 'verzoeken' om iets voor hen te gaan halen. Ze rijden 90 km per uur op de A10 in het middenvak in een Toyota Starlet.
Sommigen van hen zegden vaak dat ik mijn afkomst verloochende. Ik sprak geen Lingala en had nooit een voet gezet in Congo. Mijn vriendjes waren wit. Het feit dat ik vier talen sprak was bijkomstig. Mijn buitenlandse ervaringen, waarbij ik mezelf als persoon tegenkwam, waren goed. Maar de nadruk bleef om naar le pays te gaan. Daar kon ik volgens hen veel uit leren.
Mijn innerlijke zelf schreeuwde het echter uit dat ik hier geboren was. Dat ik niet gevraagd had om hier te zijn. Wat had ik te maken met de Congolese cultuur? Ik was er nooit geweest! Hoe zou ik godsnaam weten hoe het was au bled?
Als tiener heb ik me daar lang slecht over gevoeld. Bij mij was de nood om mezelf te bewijzen groot. Ik ondernam verschillende pogingen om op mijn eentje Lingala te leren, maar de oefenkansen ontbraken. Regelmatig verkondigde ik dat ik zéker naar Congo zou gaan, maar de reis naar the motherland bleef uit. Op de vraag vanwaar ik kwam zei ik automatisch Congo. Eenmaal ik de hokjes had afgevinkt, zou ik eindelijk behoren tot het select clubje. Maar het label bleef pronken op mijn voorhoofd...
Mundele
Mundele betekent witte persoon in Lingala. Mijn vriend die mij vergezelt op een familiebijeenkomst wordt bijvoorbeeld mundele genoemd. Zijn naam wordt zelfs niet vermeld. Het is louter beschrijvend dus so far so good. Maar het overkwam mij ook. Het aantal keer dat ik als mundele werd genoemd evenaart trouwens het aantal keer de vraag vanwaar ik kom. Deze term wekte geen leuke gevoelens bij me op. Ten eerste zie ik er niet wit uit (no shit, Sherlock) en zoals ik reeds vermeldde (zie Capital C): that's not my name. In mijn beleving wordt het gezegd met een vleugje afkeer. Het is alsof mundele synoniem staat voor iemand die de tradities en cultuur van zich afwerpt. Iemand die niet trots is op zijn afkomst. Een conformist. Terwijl ik trots ben om zwart te zijn en bij uitbreiding Congolese roots te hebben. Dus waarom mundele?
Na tig keer de vraag te krijgen waarom ik geen Lingala sprak of waarom ik niet naar le pays ging, draaide ik de knop om. Excuses à la les billets sont trop chers zocht ik niet langer. Mijn pogingen om Lingala te leren staakte ik. Wanneer ik fijntjes opmerkte dat zij na al die jaren nog geen Nederlands spraken werd ik gelabeld als betweterig en ongemanierd. Wanneer ik hen, die de cultuur doorgaven, in vraag stelde werd er honend gelachen. Ik had toch de stempel van mundele. I might as well enjoy it.
"Spreek je Lingala?"
Nalobi moke. Ik spreek nu een beetje Lingala dankzij een app. De kennis van een taal is nu eenmaal de start van alle communicatie. Mijn plannen om naar Congo te gaan laat ik over aan het lot. De drang om erbij te horen is sterk verminderd. Mijn eigen papa is pas na 40 jaar teruggekeerd. Que sera, sera denk ik.
Maar het feit dat ik niet erkend werd binnen een Vlaamse context heeft zijn sporen nagelaten. Zo ben ik hyper bewust van mezelf wanneer ik in Afrikaanse kringen vertoef. In een African shop weet ik niet hoe ik het chagrijnig gezicht van de verkoopster moet interpreteren. Kijk ik ook boos? Glimlach ik? Dansen op familiefeesten zal ik aarzelend doen. Om geen commentaar te krijgen dat ik te weinig ritme heb.
Het blijft voor mij een evenwichtsoefening. Enerzijds moet ik mezelf bewijzen als the only black in the village. Anderzijds dien ik me te gedragen zoals het hoort volgens de tradities. Het is een teken van respect voor de cultuur. Maar over welke cultuur hebben ze het? Of hebben ze het over waarden? Integriteit, respect voor jezelf, liefde en loyaliteit. Dan vink ik ze stuk voor stuk met overtuiging af. Want laat het duidelijk zijn: ik ben noch ambassadeur van een generatie, noch het toonbeeld van integratie. Integendeel, ik ben moeder, dochter, partner, vriendin en zus en in elk van die rollen blijf ik trots op mijn afkomst.
コメント