top of page

Capital C

Bijgewerkt op: 3 mei 2022

"Vanwaar kom je echt?” 


Congo antwoord ik lichtjes geïrriteerd. De toehoorder probeert meermaals te achterhalen waarom ik eruitzie hoe ik eruitzie en klink. Ik ben namelijk zwart én Nederlandstalig.  De vragen “Waar ligt jouw origine” of “Vanwaar komen jouw ouders?” passeren eerst de revue. Hetzij op een lichtjes aarzelende toon.  Ik voel dé vraag al komen. Maar ik hoop het uit te stellen. Met een uitgestreken gezicht antwoord ik: Oostende en mijn ouders komen uit Brussel.


Ik zie dan een oprechte verbazing (ah, Congo?). Dan vraag ik me af of men weet dat Congo een ex-kolonie van België is geweest. Het verklaart de huidige Afrikaanse diaspora. We zijn hier al een tijdje, weet je. In de fantasie van de persoon ga ik wekelijks naar de Matongé, spreek ik Lingala en wordt er thuis dagelijks Congolees gekookt. De verbazing is alom als ik zeg dat ik sporadisch naar de Matongé ga, geen Lingala spreek en de specialiteit des huizes gehaktbrood met stoemp is.


Congo is effectief het land van mijn (voor)ouders. Het was echter een ver-van-mijn-bed-show. Hoe verbinding voelen met een land wanneer je nooit ter plaatse bent geweest? Wanneer je weinig tot geen contact hebt met familie ter plaatse? Wanneer je vrienden voornamelijk wit en Vlaams zijn? In tegenstelling tot andere Congolese families keerden we niet om de zoveel jaren terug. We volgden het nieuws ter plaatse niet op de voet. De invloeden waren aanwezig. Ik denk aan de Congolese muziek die thuis gedraaid werd, de familiebezoeken van mijn tantes die mikate en pondu meebrachten, het lange wachten op eten op huwelijkfeesten maar het was niet omnipresent. 


Thuis spraken we Frans en naast RTBF, TF1, RTL was MTV wél alomtegenwoordig. Het was me nog onduidelijk waarom we geen Lingala spraken. Ik vermoed dat het een manier was om onze kansen op integratie (oh no, I said the word!) te verhogen. Dat is spijtig want een taal is een middel om verbinding te voelen met een cultuur. Merk ook op dat het praktisch is wanneer familieleden je orders toebrullen op familiefeesten, begrafenissen, huwelijken of doopfeesten. Het geeft meer vertrouwen als kind in plaats van er als een tam schaap bij te zitten.   


“Voel je je dan Belg of Congolees?”


Ik ben gewoon mezelf. Tijdens het opgroeien kwam ik tot het volgende besef. Mijn ervaring kon niet veel verschillen van kinderen die zowel een witte als zwarte ouder hadden. Het gevoel tussen 2 werelden te schipperen. Je werd gelabeled als mundele door de tontons en tantines. Je had van nature ‘gevoel voor ritme’ omdat je uit Afrika kwam.


De zoektocht naar de plaats van de mens binnen de samenleving heeft me altijd geboeid. Het verklaart waarom ik Sociologie koos op het unief. Door mijn eigen ervaring wou ik dieper ingaan op de identiteitskwestie. Mijn thesis was de perfecte kans. De ronkende titel luidde: “ Identiteitsconstructie bij adolescenten komende uit gemengde huwelijken tussen blank en zwart”. Ik nam interviews af en stelde onder meer de vraag: “Voel je je blank of zwart?”.  Ik had duidelijk geen benul welke impact dit kon hebben. Bij deze wil ik me graag excuseren aan deze personen gezien de irrelevantie van de vraag.

Het is ook twisted minded hoe men uitgaat van een exclusief karakter binnen de Amerikaanse literatuur rond ‘mixed identities’. Het is volledig achterhaald. En oja, een imaginaire dreun aan degene die de vraag zou stellen aan mijn zoontje tijdens zijn adolescentie.


“Wat is jouw naam?”


Diep vanbinnen weet ik dat het oprechte nieuwsgierigheid is. Het is de drijfveer achter de vraag vanwaar ik kom. Het is een manier om een gesprek aan te gaan. De persoon heeft jou opgemerkt. Hij/ zij wilt dit te kennen geven door te vragen wie je bent. Maar ik ben hier al even lang of zelfs langer dan jou. Het kan zeer aanvallend overkomen. Hoezo,  je vraagt vanwaar ik kom? Ben je bot of onwetend? Heb je dan mijn bestaan of die van mijn ouders de voorbije járen niet opgemerkt? Laten we het volgende afspreken. Je vraagt hoe ik heet in plaats van te vragen vanwaar ik kom. Dan antwoord ik met de glimlach: Christelle



bottom of page